(niet voor Google en niet voor jezelf)
Goede copywriting zorgt ervoor dat de teksten op jouw website goed door Google geïndexeerd worden. Schrijven doe je echter niet voor Google, maar voor jouw (potentiële) klant. Jij wilt je klant informeren, maar ook verleiden tot het ondernemen van actie: je wilt dat je klant een aankoop doet, informatie opvraagt of een brochure downloadt. Daarom is het belangrijk dat jouw teksten makkelijk te lezen zijn.
Ben ik nou zo slim, of ben jij nou…
Jij weet alles over je product of dienst. En natuurlijk weet je best dat jouw klant niet de kennis heeft die jij wel hebt. Toch kunnen veel experts niet in begrijpelijke taal uitleggen wat hun product of dienst inhoudt. (En ja, soms struikelen wij hier net zo goed over.) Ze lijden onder de ‘curse of knowledge’ (de vloek van kennis): wanneer je bepaalde kennis hebt, is het heel moeilijk om te beseffen dat een ander die kennis niet heeft.
Vergelijk het met de zuchtende puber, die niet kan indenken hoe jij maar niet snapt hoe zijn Switch werkt. De puber heeft zoveel ervaring met deze spelcomputer, dat hij zich niet meer kan voorstellen hoe het was toen hij voor het eerst zo’n ding in handen kreeg. Dat maakt jou niet dom of onhandig. Je hebt gewoon geen kennis over de Switch. Maar hoe vervelend is het, als je de verkeerde knopjes hebt ingedrukt en de puber je met rollende ogen aankijkt? Je hebt dan vast niet veel zin je nog verder te verdiepen in die stomme spelcomputer!
Wanneer jij jouw teksten te moeilijk maakt, bezorg je je lezer dezelfde irritatie en dezelfde stress. Stress is een emotie die zorgt voor de bekende vecht- of vluchtreactie. Natuurlijk zit jouw lezer niet in blinde paniek achter zijn computer te gillen, maar de kans dat hij jouw website zonder verder te kijken wegklikt, wordt wel heel erg groot. En dat wil je nou juist niet.
Pas je taalgebruik aan op je lezer
Denk dus bij het schrijven van webteksten dus niet te snel dat je lezer het wel zal snappen. Denk ook niet dat je lezer dom is, als hij of zij het niet snapt. Jij hebt voorkennis, die je lezer niet heeft. Daarom moet je goed weten wie jouw lezer is en wat deze van jou wil. Als je weet wie jouw klanten zijn en hoe zij denken, kun je hier je taalgebruik op aanpassen. Je tekst is immers niet bedoeld om te laten zien hoeveel jij weet, maar om je lezer informatie te geven over jouw product of dienst. Pas je taalgebruik dus aan op je lezer.
Een voorbeeld:
Wanneer jij behang verkoopt aan professionele behangers, kun je heel goed soorten behang benoemen zonder uit te leggen wat de verschillen zijn. Ook is het niet nodig een stappenplan te schrijven over hoe je precies moet behangen. Verkoop jij echter behang aan consumenten, dan is het wel verstandig deze informatie te geven. De voorkennis van de professionele behanger is namelijk groter dan die van de consument, die eens in de tien jaar eens een nieuw behangetje wil. En dat jij als expert de verschillen tussen vinyl-, papier- en glasvezelbehang kunt dromen, doet dan eigenlijk niet terzake.
Voordelen van begrijpelijke taal
Let wel hè: ook jij bent niet minder intelligent als je duidelijke taal gebruikt. Veel mensen vinden het lastig om te starten met helder taalgebruik, omdat ze bang zijn dat de ander hen minder slim vindt overkomen. Maar maak je geen zorgen: wanneer jij je taalgebruik aanpast, kom je vooral vriendelijker over. En dat verlaagt weer de drempel voor jouw klant. Daarnaast kan begrijpelijke taal jou geld besparen of opleveren. Wanneer jij helder kunt uitleggen wat je aanbiedt en wat je klant kan verwachten, zul je bijvoorbeeld minder snel klachten krijgen. Ook zijn mensen geneigd eerder zaken te doen met een bedrijf dat duidelijk is in wat het aanbiedt en vriendelijk overkomt.
Hoe schrijf je een begrijpelijke tekst?
Maar hoe schrijf je nou zo’n begrijpelijke tekst? Helaas is er geen afvinklijstje voor eenvoudige teksten en elke regel heeft altijd uitzonderingen. Hoewel er geen vaste regels zijn, zijn er wel een aantal punten waar je op kunt letten:
- Ken je doelgroep. Wie is jouw klant? Wat heeft jouw klant nodig? Welke kennis heeft jouw klant?
- Ken je onderwerp. Waar ga je over schrijven? Wat moet de klant per se weten?
- Ken je doel. Wil jij je klant informeren? Overtuigen? Activeren? Wat moet jouw klant gaan doen (call to action) wanneer hij de tekst gelezen heeft?
- Bereid je voor. Formuleer beknopt eerst je kop, middenstuk en je slot.
Klinkt het al een beetje als de lessen Nederlands op de middelbare school? Dat kan goed kloppen. Waarschijnlijk heb je in die tijd vooral teksten moeten lezen, maar de basisprincipes zijn hetzelfde. Deze principes geven jou handvatten, maar zorgen er nog niet voor dat je ook een begrijpelijke tekst schrijft. Daarvoor zul je nog een aantal andere dingen in gedachten moeten houden:
- Gebruik zo min mogelijk vaktaal
- Gebruik actieve zinnen
- Gebruik korte zinnen
- Gebruik verbindingswoorden
- Gebruik tussenkopjes
Vaktaal
Vaktaal, ook wel jargon genoemd, bestaat uit woorden die gebruikt worden binnen een bepaald beroep. Vaak is deze vaktaal voor mensen buiten je vakgebied lastig te volgen. Probeer daarom niet te veel vakspecifieke woorden te gebruiken. Een voorbeeld: een arts kan met zijn collega’s het rustig hebben over een fractuur. Heeft de arts echter een patiënt tegenover zich? Dan is breuk een beter woord om te gebruiken.
Actieve zinnen
Om een tekst vlot leesbaar te maken, moet je zo veel mogelijk actieve zinnen gebruiken. In een passieve zin ondergaat het onderwerp iets. Bijvoorbeeld: Het behang wordt door de professional met een speciale lijm aangebracht. Dat is helemaal geen slechte zin, maar als je hem wat vlotter wilt laten klinken, stel je de vraag: ‘door wie wordt het behang aangebracht?’ Het antwoord op die vraag maakt je zin eigenlijk gelijk actief: De professional brengt het behang aan met een speciale lijm.
Korte zinnen
Voor begrijpelijke teksten hou je een zinslengte aan van zo’n tien tot vijftien woorden. Maar dat is geen wet van Meden en Perzen. Wanneer je alleen maar korte zinnen gebruikt, kan een tekst al gauw wat kinderlijk overkomen. Daarom is het verstandig je zinslengte af te wisselen. Een zinslengte tot twintig woorden is voor veel Nederlanders nog goed te lezen. Maak je dus geen zorgen wanneer je regelmatig een wat langere zin gebruikt. Door de afwisseling wordt de tekst vaak prettiger om te lezen.
Verbindingswoorden
Verbindingswoorden (ook wel signaalwoorden genoemd) worden vaak het ‘cement van een tekst’ genoemd. Ze laten namelijk zien hoe bepaalde zinnen en delen van tekst met elkaar te maken hebben. Een tekst zonder verbindingswoorden wordt niet alleen vaak als kinderachtig gezien, maar is ook minder goed te lezen. Het gaat te ver om alle verbindingswoorden hier te noemen, maar denk bijvoorbeeld aan woorden als maar, hoewel, ten eerste, ten tweede, denk aan, omdat en dus.
Tussenkopjes
Door tussenkopjes te gebruiken, wijs je de lezer de weg in jouw tekst. De lezer kan door de kopjes te scannen, precies zien waar de informatie staat die hij nodig heeft. Ook geven ze ‘ademruimte’ in je tekst; veel mensen lezen namelijk van kop naar kop. Natuurlijk zorg je er bij webteksten voor dat je belangrijkste zoektermen verborgen zitten in je tussenkopjes, maar vergeet niet dat je lezer wel moet kunnen begrijpen waar het stuk tekst onder het kopje over gaat.
Webteksten schrijven; een vak apart
Teksten in begrijpelijke taal zijn een must voor elke klant en dus ook voor jouw bedrijf. En bij het schrijven van webteksten komt ook nog kijken dat je deze voor Google wilt optimaliseren. Want hoewel we al zeiden dat je je tekst niet voor Google schrijft, wil je natuurlijk wel graag gevonden worden in de wirwar van bedrijven die allemáál gevonden willen worden. En als je eenmaal gevonden bent, wil je je lezer natuurlijk van goede en begrijpelijke informatie voorzien. Een webtekst schrijven is dus nog een hele klus. Maar wanneer je start met het schrijven van begrijpelijke teksten, ben je al een goed eind op weg. Vind je het toch nog lastig? Dan zijn wij er om jou te helpen.
